Home / Blog / Carrières van fans: Boyzone voor altijd, dan even niet en dan weer wel

Carrières van fans: Boyzone voor altijd, dan even niet en dan weer wel

LATER LEZEN

Fan ben je meestal niet je hele leven. In fandom zit een carrière, je wisselt van fan-object, van de ene band naar de andere, van de ene serie naar de andere. Dat heeft te maken met veranderingen in je leven. Als je een vriendje krijgt, is het vaak gedaan met de liefde voor een boyband; of je groeit uit je deelname aan een jeugdcultuur rond muziek. Stigma en schaamte spelen hierbij vaak een rol: nog steeds wordt fandom gezien als iets kinderlijks. In een tijd waarin reünies heel normaal zijn, keren sommige fans ook terug naar eerdere fandoms. Dit is nog een weinig onderzocht terrein in fanstudies. Simone Driessen en Bethan Jones analyseerden daarom hun eigen fandom van Boyzone, de boyband uit de jaren ’90 die later weer bij elkaar kwam [abstract, vrije toegang].

Deze methode heet auto-etnografie en is niet ongebruikelijk binnen fanstudies, waar onderzoekers zelf vaak ook fans zijn (daar is zelfs een woord voor: aca-fan, een academische fan). Een auto-etnografie is een zelfreflexieve analyse. Door met zijn tweeën te schrijven, worden twee perspectieven gecombineerd. Het artikel bestaat dan ook vooral uit autobiografisch verslag.

De Nederlandse Driessen was als enige in haar groep 8 fan van Boyzone. Ze leerde Engels dankzij de boyband en zag ze als 12-jarige live in Rotterdam in 1999. De Britse, oudere Jones had aanvankelijk weinig op met boybands waar haar vriendinnen gek van waren, maar werd op slag verliefd op Ronan. Zij bevond zich veel dichterbij de bron en kreeg al in 1994 de kans Boyzone live te zien. Toen het stil werd rond Boyzone luisterde Driessen naar andere muziek, zoals GreenDay. Tijdens de eerste reunie in 2007 was ze twintig en met andere dingen in haar leven bezig. Het was pas bij de dood van Stephen Gately in 2009 dat ze weer betrokken raakte. Toch werd haar fandom onvoldoende aangewakkerd – waarschijnlijk omdat Nederlandse media maar weinig aandacht besteedden aan Gately’s dood – om haar geld te besteden aan het bezoeken van concerten buiten Nederland. Het blijft nu bij kijken en luisteren via internet. Bij Jones zag dit er anders uit: in haar tienertijd was Boyzone actief. Toen Gately in 1999 uit de kast kwam, schreef ze hem een steunbetuiging. Ze bleef de band trouw ook toen ze niet meer optraden. De dood van Gately raakte haar zwaar en haar fandom leefde opnieuw op. Ze heeft foto’s van de band op haar kantoor staan en draagt nog vaak de merchandise.

Driessen en Jones concluderen dat hun fandom van Boyzone hielp met hun identiteit: als jonge meisjes definieerden ze zichzelf en vriendinnen aan de hand van Boyzone. Het opmerkelijkste verschil tussen de twee is wellicht de geografische afstand die Driessen ervoer. Hoewel Nederland en Groot-Brittannië buurlanden zijn, was er een groot verschil in toegang tot de band. Jones voelt zich nog steeds fan, hoewel haar fandom is veranderd omdat de band niet meer hetzelfde is. Voor Driessen biedt Boyzone nu meer een ‘trip down memory lane’ waarin ze terugdenkt aan vroeger en haar vroegere leven. De verschillen tussen wat de auteurs revamping fandom en reflecting on dormant fandom noemen zijn relevant voor verder onderzoek naar fancarrières.

TAGS
DEEL DIT BERICHT