Home / Blog / Kritisch naar de media kijken is slecht voor de (huidige) democratie

Kritisch naar de media kijken is slecht voor de (huidige) democratie

LATER LEZEN

Studenten in het Maagdenhuis op de eerste dagEen kritisch begrip van de media is een onderdeel van mediawijsheid, een term die volgens voorstanders noodzakelijk is voor deelname in onze samenleving. Hoe moet zo’n kritisch begrip eruit zien? Gaat dat over de tekst, of ook over de productiecontext? En wat zijn de gevolgen van zulk kritisch begrip op democratische participatie? In een recent artikel [abstract] analyseert Anne Kaun hoe burgers kritisch zijn op het medialandschap.

Kaun onderscheidt twee benaderingen van mediawijsheid: liberaal en radicaal. De liberale benadering wil mensen leren de mediaomgeving te begrijpen, terwijl bij de radicale benadering ook verandering van belang is: het doel is dan kritische burgers te kweken die kunnen bijdragen aan fundamentele verandering van het mediasysteem en de gehele maatschappij.

Methode
Ze onderzocht studenten uit Estland van verschillende disciplines zoals antropologie, pedagogiek en informatica. Zij hielden een online dagboek bij (n=16) of werden geïnterviewd (n=35) of beiden (n=4). Het onderzoek vond plaats tussen maart 2009 en maart 2010, toen vooral de financiële crisis in het nieuws was. Centraal stond ‘wat hen bezighield die week’. Mediakritiek werd dus niet direct bevraagd.  Toch kwam dit opvallend naar voren:

My own experience? What I feel is that media are not helping me to fully realise my rights as a citizen, which means that mainstream media is not informative enough. The problem is especially acute when it comes to in-depth analysis of social or political issues (respondent in dagboek, p. 496).

De data zijn thematisch gecodeerd. De resultaten worden in drie clusters besproken.

Kritiek op de tekst
De respondenten uiten kritiek op mediateksten en op narratieve structuur. Het gaat dan bijvoorbeeld om de onderwerpkeuze, de mensen die aan het woord komen, de argumenten die besproken worden en de kwaliteit van de informatie. Hieronder valt ook kritiek dat de media manipuleren en niet de werkelijkheid tonen.

Kritiek op productie
Een andere vorm van kritiek is kritiek op het productieproces en medialogica: waarom is iets nieuws en hoe zijn journalisten te werk gegaan? Daarbij komt vooral de band tussen journalisten en politici aan bod: zij zouden te zeer samen in een bubbel leven.

Kritiek op publieken
Minder vaak kwam kritiek op publieken voor, dat wil zeggen, hoe andere mensen nieuws consumeren. De interesse van anderen in soft nieuws en entertainment kreeg bijvoorbeeld de schuld van tabloidization van de media. De apathie en oppervlakkigheid van anderen werd gehekeld.

Consequenties: ontkoppeling of inmenging
De kritische houding zorgde er bij sommige respondenten voor dat ze zich gingen onttrekken aan mainstream nieuws. Ze vertrouwden liever op persoonlijke uitwisseling en contacten. Ze lezen geen kranten omdat ze vinden dat die te zeer op spektakel en entertainment zijn gericht.

Bij andere respondenten leidde hun kritische houding juist tot inmenging in politieke debatten. Zij willen de mainstream media ‘corrigeren’ door zelf blogs te gaan schrijven bijvoorbeeld. Overigens waren de respondenten (ook al) kritisch op de comment-functie bij nieuwssites: alleen extremisten en pestkoppen reageren daar.

Tegen-democratie
De media focussen op machthebbers, maar bevragen volgens Kaun de macht en hun positie minder dan vroeger. De resultaten van deze studie laten zien dat deze studenten kritisch zijn en hoe dat kan leiden tot wantrouwen apathie. Ze besluit:

“An important role is given to the media in general, and to the news media in particular, when it comes to the current culture of oversight, transparency and control. The notion of counter-democracy refers to the growing non-conventional forms of civic practices and orientation, which put the political elite under scrutiny and create a democracy of confrontation. In that sense, media criticism can be understood as a sign of the vitality of a democratic system, which also bears, ironically, the potential to depoliticise those same agents” (p. 503).

Een democratie van confrontatie dus. Het lijkt erop dat de huidige bezetters van het Maagdenhuis zo in haar studie passen.

Kaun bespreekt niet wat haar inzichten betekenen voor het onderwijs in de mediawijsheid dat momenteel big business is. Dit is vooral mediawijsheid in de liberale zin. Aanbieders van pakketten mediawijsheid en docenten op dit terrein doen er goed aan na te denken over hoe kritisch zij leerlingen willen opleiden, en in ieder geval met hen in gesprek te gaan over afstomping en de gevolgen daarvan voor democratische controle. Apathische burgers zijn onwenselijk, een tegengeluid des te meer.

Beeld: studenten op de eerste avond in het Maagdenhuis in gesprek met de burgemeester. (c) Linda Duits