Ongewenste seks minder erg als slachtoffer man is
Mannen zijn daders, vrouwen zijn slachtoffers. In alle discussies over seksuele grensoverschrijding, of het nu gaat om shame sexting of date rape, zien we deze aannames terug. Achter die aannames zit essentialistisch en generalistisch denken: het zit nu eenmaal in de aard van mannen, alle mannen zijn zo. Dit wordt soms kracht bijgezet met biologische argumenten: de hersenen van mannen zijn anders en daarom doen ze zo. Vooral op de generalisatie is kritiek, maar het essentialisme blijft onbenoemd. Waar feministen steeds vechten tegen essentialistische opvattingen over vrouwen, zijn er sommige die essentialistische opvattingen over mannen wel prima vinden.
Dit gaat voorbij aan het feit dat ook mannen slachtoffer zijn van ongewenst seksueel gedrag en dat ook vrouwen daders zijn. Het bestaan hiervan ontkracht de basale tegenstelling. Het is dan ook zaak om verder te kijken dan biologie en essentialisme te bestrijden.
Perceptie van schade
In een recent artikel [abstract] onderzoekt communicatiewetenschapper Tara Emmers-Sommer de perceptie van de schade van seksuele agressie. Ze kijkt daarbij naar genderverschillen in dader: vinden mensen seksuele agressie erger als mannen de dader zijn dan wanneer vrouwen de dader zijn?
Haar theoretisch kader wordt gevormd door seksuele scripttheorie: dit zijn – kort gezegd – scenario’s voor acceptabel en stereotiep seksueel gedrag. We leren hoe we ons seksueel moeten gedragen door seksuele scripts uit de media, persoonlijke overwegingen en contact met anderen. Zo is het in de VS, waar Emmers-Sommer zich op richt, gebruikelijk dat de man het eten betaalt bij een date en dat de man seks initieert. Dat is een voorbeeld van een seksueel script.
Emmers-Sommer legde verschillende seksuele scenario’s voor aan 777 Amerikaanse bachelorstudenten, waarvan 342 mannen, 375 vrouwen en 60 respondenten die hun gender niet noemden. Het artikel geeft niet weer hoe hoog het percentage hetero’s was. In deze scenario’s werd een situatie beschreven waarin een heteroman (‘Michael’) en heterovrouw (‘Emily’) daten en waarin er sprake is van grensoverschrijding: er wordt gezoend, dan geeft iemand aan geen seks te willen, waarop de ander dat toch doet. In de scenario’s varieerde het geslacht van de dader. Daarnaast werd er gevarieerd met wel of niet seks willen: in sommige scenario’s wilde het slachtoffer wel, maar gaf geen consent.
Resultaten
De respondenten vonden de psychologische schade voor het slachtoffer het allerergst wanneer de man dader is. Dat geldt ook wanneer de man dader is en de vrouw wel wilde, maar geen toestemming gaf. Ze vonden de schade minder erg wanneer de vrouw dader is, en het minst erg is wanneer de vrouw dader is en de man wel wilde maar geen toestemming gaf.
De respondenten werd ook gevraagd in te schatten hoezeer zij vonden dat het slachtoffer seks wilde. Bij het scenario waar Michael de dader was en Emily geen toestemming gaf, was deze inschatting het laagst: Emily wilde geen seks. Maar bij het scenario waar Michael slachtoffer was, geen seks wilde en geen toestemming gaf is die inschatting significant anders: de respondenten dachten hier vaker dat Michael toch wel wilde. Zelfs in de scenario’s waarin expliciet stond dat Michael geen consent gaf, vond iets minder dan de helft van de respondenten dat Michael wél toestemming had gegeven. Misschien wel het meest opmerkelijk: de respondenten vonden het scenario waarin Emily wel seks wilde maar geen toestemming gaf meer schadelijk dan het scenario waarin Michael niet wilde en dat aangaf.
Implicaties
Deze respondenten vinden het dus minder erg (in de zin van: perceptie van psychologische schade voor het slachtoffer) wanneer de man het slachtoffer is van ongewenste seks, zelfs als hij expliciet heeft aangegeven geen seks te willen. De resultaten laten dus genderverschillen zien in hoe over daders gedacht wordt: als een vrouw dader is vinden de respondenten dat minder erg dan wanneer een man dader is. Ze nemen non-consent van mannen niet serieus. ‘Nee betekent nee’ geldt dan alleen voor vrouwen. Dit sluit aan bij de geldende seksuele scripts: vrouwen worden daarin niet gezien als daders, en mannen die seks ‘krijgen’ terwijl ze dat niet willen worden gezien als geluksvogels in plaats van slachtoffers.
Volgens Emmers-Sommer zijn haar resultaten van belang voor het rechtssysteem. In de VS, met haar juryrechtspraak, zal een man sneller voor aanranding of verkrachting worden veroordeeld dan een vrouw.
Het gaat hier om een relatief kleine studie onder bachelorstudenten en we moeten dus voorzichtig zijn met generaliseren, maar de resultaten zijn belangrijk voor bovengenoemde discussies. Er is de laatste tijd weer meer aandacht voor seksueel geweld, ook in Nederland, maar de rol die gender daarin speelt blijft onbenoemd. Het wordt tijd dat we dat wel doen. Te stellen dat het voor een man minder erg is om verkracht te worden door een vrouw is seksistisch, kwetsend en bovenal onjuist.