Online en offline nieuwsconsumptie en het vermijden van nieuws
Een van de centrale vragen van de communicatiewetenschap is of we de media-inhoud krijgen die we zoeken of degene die we aangeboden krijgen. Anders gezegd, zijn het de persoonlijke karakteristieken van de ontvanger (bijvoorbeeld interesses) die bepalen wat hij kijkt, of kijkt hij naar wat aangeboden wordt? In tijden van veranderende journalistiek is deze vraag extra belangrijk. Vroeger lazen de meeste mensen één krant. Het nieuws dat iemand nuttigde was dus afhankelijk van de selectie van de krant. Nu krijgen mensen hun nieuws uit verschillende bronnen. Daarbij bestaat het risico dat ze alleen het nieuws zoeken dat ze willen horen. Mensen die bijvoorbeeld graag entertainment-nieuws lezen, zouden zo minder geïnformeerd zijn over algemene zaken dan vroeger toen al het nieuws in één krant kwam. Het fenomeen nieuwsvermijders staat centraal in een recent gepubliceerde studie [abstract] van Damian Trilling en Klaus Schönbach.
Typische nieuwsconsumptie
De data zijn afkomstig van een representatieve survey uit 2009 onder 2081 Nederlanders van 13 jaar en ouder. In een typische week ziet de gemiddelde burger 7,0 televisienieuwsuitzendingen, leest hij 2,6 kranten en bezoekt hij 2,7 maal een website. Teletekst wordt 1,3 dagen gebruikt en 1,8 dagen wordt er naar de radio geluisterd. Opvallend is dat vrijwel iedereen die online nieuws gebruikt, ook offline nieuws gebruikt. Slechts 31 uit 779 doen dat niet. Omgekeerd is de kloof veel groter: van de 1816 respondenten die offline nieuws gebruiken, gebruiken er 1068 geen online nieuws.
Nieuwsvermijders
Het volledig vermijden van nieuws komt nauwelijks voor. De mensen die dat doen zijn jonger, minder opgeleid, hebben een voorkeur voor entertainment, zijn weinig geïnteresseerd in politiek en hebben een laag gevoel van maatschappelijke plicht zichzelf te informeren. Niet geheel onverwacht is deze laatste variabele de beste voorspeller van nieuws opzoeken: mensen die vinden dat ze de plicht hebben zich te informeren, doen dit ook het meest.
In tegenstelling tot wat de auteurs verwachten is het online niet makkelijker om nieuws te vermijden. Mensen die meer geïnteresseerd zijn in entertainment en minder in nieuws en politiek, lopen online daar toch tegenaan: “[i]n online contexts rather than offline, the entertainment-orientated can be trapped into following the news” (p. 46).
Kritiek
In dit onderzoek is alleen gekeken naar de media als manier om je te informeren. Persoonlijk contact met mensen is dus niet meegenomen, maar dat is wel een belangrijke bron. In de laatste jaren is gemedieerd persoonlijk contact daarnaast enorm toegenomen: via sociale media delen mensen informatie met elkaar. Deze sociale media zijn de grote afwezige in het onderzoek. Twitter functioneert als poortwachter. De mensen die je volgt gedragen zich in die zin als journalisten: ze selecteren feitjes, weetjes, achtergronden etc. Zelfs wanneer je alleen celebrities volgt, is het bijkans onmogelijk om op Twitter niet het nieuws te volgen.