Home / Blog / Wie is de baas in de slimme, sociale stad?

Wie is de baas in de slimme, sociale stad?

LATER LEZEN

Amsterdam smart cityDankzij Foursquare beleef ik steden op een andere manier. Ik kan gemakkelijk een leuke plek om te lunchen vinden dankzij foto’s en reviews van een andere gebruikers. Nieuwe, bijzondere plekken vind ik extra snel omdat ik kan zien welke cafés en restaurants mensen uit mijn netwerk bezocht hebben. In een vreemde stad verdwaal ik daarbij nooit meer, omdat Foursquare op mijn iPhone verbonden is met Apple Maps. Omdat ik kan zien waar mijn Foursquare-vrienden zijn, ervaar ik bovendien een constant gevoel van nabijheid met hen.

Volgens mediawetenschappers Michiel de Lange en Martijn de Waal zijn hedendaagse steden een kruising tussen het fysieke en het digitale. We worden omringd door camera’s, wifi-netwerken, smartphones en locatiediensten. Deze technologieën zijn verbonden met de belevenis van een stad. In een recent artikel in het wetenschappelijke tijdschrift First Monday [gratis toegang] onderzoeken De Lange en De Waal de consequenties hiervan. Centraal daarbij staat het idee van eigenaarschap [ownership].

Slimme steden versus sociale steden
Overheden wil graag ‘slimme steden’ maken. Ze werken samen met technologiebedrijven en kennisinstituten om stedelijke processen efficiënter te laten verlopen. De gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld Amsterdam Smart City. Volgens De Lange en De Waal wordt de burger daarbij vaak vergeten. De projecten worden ontwikkeld in een lab-setting en de uitrol naar de daadwerkelijke stad wordt gezien als een lastige, laatste hobbel om te nemen.

Tegenover het idee van de slimme stad staat de sociale stad. De sociale stad gaat over samenwerken en participeren. Aanhangers willen elementen van web 2.0, zoals collectieve intelligentie, een do–it–yourself-cultuur en een hackersethiek, overnemen naar het stedelijke domein om zo stedelijke problemen te lijf te gaan. Zulke problemen zijn bijvoorbeeld verwant aan het milieu (denk aan watervoorziening) of gaan over vergrijzing en eenzaamheid, of de kloof tussen burger en politiek. Kenmerkend voor zulke problemen is dat ze niet op het bord van één partij terechtkomen.

De belofte van toe-eigening
De auteurs gebruiken de term eigendom niet in de traditionele zin des woords van bezit. Het gaat om een gevoel van verantwoordelijkheid: “a sense of belonging to a collective place, commitment to a collective issue, and willingness to share a private resource with the collective in order to allow other citizens to act, without infringing on other people’s right of ownership”. Het gaat dus om toe-eigening.

Dit concept eigenaarschap maakt, volgens De Lange en De Waal, een frisse blik op burgerschap mogelijk en werkt goed in combinatie met nieuwe media. Ze bespreken vier punten.

(1) Big data en stedelijke media zorgen ervoor dat collectieve kwesties benoemd worden en op nieuwe manieren zichtbaar gemaakt worden. (2) Mediakunstprojecten dragen bij aan gevoel van plaats, waardoor mensen zichzelf als onderdeel van de stad zien. (3) Mediatechnologieën faciliteren nieuwe groepen die mobiliseren rond collectieve kwesties, bijvoorbeeld sensornet.nl waar onder andere geluidsoverlast wordt bijgehouden. (4) Mediatechnologieën staan burgers toe op nieuwe manieren te handelen, zoals gezamenlijk beheer van stedelijke zaken. Een voorbeeld is dit park.

Implicaties
De Lange en De Waal staan positief kritisch tegenover de nieuwe sociale, slimme stad. Ze weten dat niet iedereen toegang heeft tot nieuwe technologieën en dat niet iedereen ze ‘slim’ kan gebruiken. Aan de andere kant zien ze bijvoorbeeld dat architecten dankzij data afkomstig van sociale netwerken beter kunnen inspelen op gebruikerspatronen. Ook zijn ze positief over het pop-up-fenomeen: pop–up bars, pop–up clubs en pop–up shops die opduiken in tijdelijk leegstaande gebouwen en die bekendheid krijgen dankzij sociale media. Traditionele instituties worden daarbij vaak gemeden: architecten proberen direct groepen te bereiken, die heb financieren en later ook gebruikers worden. Ze besluiten:

“Perhaps this is a contribution architects and other urban designers can make to the world of new media design: to design truly accessible and inclusive urban interfaces that engage citizens with particular issues and allow to them to organize themselves and act.”

Noot: First Monday verschijnt alleen online en heeft geen paginanummers.