De dad joke is een pedagogisch hulpmiddel
Dad jokes zijn per definitie niet grappig. Woordenboek Merriam-Webster nam de term in 2019 op als “a wholesome joke of the type said to be told by fathers with a punchline that is often an obvious or predictable pun or play on words and usually judged to be endearingly corny or unfunny”. Van Dale vertaalt het als “flauwe mop, flauwe woordspeling ((herhaaldelijk) verteld door een man van middelbare leeftijd), papagrap”. Dat kan niet kloppen, stelt de Deense psycholoog Marc Hye-Knudsen in een blogpost. Want als ze niet leuk zijn, waarom zijn ze dan zo populair?
Dad jokes werken volgens Hye-Knudsen op ten minste drie niveaus: als woordspeling, als anti-humor en als “een soort van gewapende anti-humor als vaders ze gebruiken om hun kinderen plagend te irriteren of in verlegenheid te brengen”. Online kom je – logischerwijs – vooral Engelse voorbeelden tegen (zie bij Kakhiel), maar er is ook een Nederlandse reddit en mensen die zich erin specialiseren. Voorbeelden van een Nederlandse vadermoppen (wat me een beter woord lijkt dan papagrap):
Later wil ik vier dochters, dan noem ik ze allemaal Joyce. Als iemand dan vraagt hoe mijn kinderen heten kan ik zeggen dat het een multiple joyce-vraag is. (Jasper Schilder op Twitter)
Een boogschutter komt thuis, en zegt tegen zijn vrouw: Ik heb je gemist. (Pippin of Doom op reddit)
Het leeft onder de grond en helpt tegen de hoofdpijn. Een paracetamol. (Ben Jackinoff op reddit)
Anti-humor
Humoronderzoekers zien humor als een goedaardige overschrijdingen van de norm. Dad jokes zijn dus woordspelingen. Ze zijn een vorm van humor omdat ze taalkundige normen overschrijden. Kenmerkend is dat ze geen andere normen overschrijden. Daardoor zijn niet alle woordspelingen ook vadermoppen, schrijft Hye-Knudsen. Zo zijn woordgrapjes van seksuele aard geen dad jokes omdat ze sociale normen overschrijden. Vadermoppen zijn nooit beledigend, dat maakt ze namelijk geschikt voor vaders om aan kinderen te vertellen.
De vermeende flauwheid heeft daarmee te maken. Hye-Knudsen:
“Few people are committed enough to the linguistic norms that govern our everyday conversations for their breach to strike them as much of a violation in and of itself. As such, most people consider dad jokes (i.e., pure puns) a stale form of humour (Beck, 2015). Lacking force as humorous stimuli, puns are, at best, capable of producing a polite chuckle instead of genuine laughter – at worst, condemning groans and eye-rolls.”
Het geinige is nu juist volgens Hye-Knudsen dat het hardop vertellen van een flauwe grap een overschrijding is van de normen rond moppen tappen. En dat is dan dus juist weer wel grappig. Er is sprake van een paradox, van anti-humor: een dad joke kan zo flauw zijn dat hem vertellen grappig is.
Pedagogische waarde
De associatie met mannen blijkt niet Angelsaksisch. In Japan kent men de oyaji gyagu [oude mannen-grap] en in Denemarken de onkel humor [omen-humor]. Vaders zijn typisch plageriger en uitdagender in hun spel met kinderen dan moeders, schrijft Hye-Knudsen. Tel dat op bij de gêne die kinderen gaan voelen als ze de puberteit naderen en zie daar de geboorteplaats van de vadermop: vaders zetten ze in om hun kinderen opzettelijk te generen. De lol is er niet voor het kind maar voor de verteller zelf, die plezier haalt uit de reactie van zijn kroost.
De opzettelijkheid leest Hye-Knudsen ook terug in de titels van boeken met zulke grappen: Dad Jokes for New Dads: Embarrass Your Kids Early! of Dad Jokes: 60 Dad Jokes That Will Make Your Kids Cringe. Het is daarmee gewapende anti-humor, van zachte vaders die zichzelf graag voor schut zetten als plagerige daad naar hun kinderen. Daar ziet Hye-Knudsen pedagogische waarde in:
“By continually telling their children jokes that are so bad that they’re embarrassing, fathers may push their children’s limits for how much embarrassment they can handle. They show their children that embarrassment isn’t fatal.”
De vadergrap is zo een soort vaccinatie: met kleine doses schaamte thuis toegediend ben je minder kwetsbaar voor verlegenheid elders.