Jongeren, internet en welzijn buiten Europa en de VS
Het merendeel van het onderzoek over internet, jongeren en welzijn gaat over het Mondiale Noorden, met name over de VS en Europa. Resultaten zijn lastig te generaliseren naar andere landen, omdat er grote sociaaleconomische verschillen zijn. Bovendien zijn er onderling veel verschil in gender- en andere sociale normen. Een recent overzichtsartikel [abstract] zet de onderzoeksinteresses in deze landen op een rijtje. Er zijn grote culturele verschillen.
Vijf regio’s
Het minste onderzoek is er over Sub-Sahara Afrika, met als uitzondering Zuid-Afrika. Volgens de auteurs komt dat wellicht door het stigma op geestelijke gezondheid in deze regio. Onderzoek in Sub-Sahara Afrika richt zich vaak op infectieziekten en fysieke gezondheid, en dat zien ze ook als het om het gebruik van sociale media gaat. Studies onderzoeken dan bijvoorbeeld hoe sociale media kunnen bijdragen aan bewustzijn van corona of hiv.
Het Midden-Oosten en Noord-Afrika is heel divers in termen van digitale toegang. Ook hier is er weinig onderzoek, maar de richting die dat onderzoek uitgaat is weer een heel andere: de focus licht op gevaren zoals cyberpesten, seksuele content, riskant online gedrag en overmatig internetgebruik. Meisjes hebben minder vaak online profielen dan jongens. Er is veel afkeuring van ouders en nauwelijks aandacht voor positieve effecten van sociale media.
Genderverschillen zijn ook groot in Azië, waar meer dan de helft van de pubers van de wereld woont. Het onderzoek gaat ook hier veel over risico’s, zoals zelfmoord in relatie tot sociale netwerken in Bangladesh, cyberpesten in Pakistan en kinderprostitutie in Nepal. Er is ook wel aandacht voor positieve kanten, zoals onderzoek over Cambodja, Indonesië, Maleisië en Thailand dat laat zien dat gemarginaliseerde kinderen baat hebben bij online sociale contacten.
Implicaties
De auteurs hopen dat er een meer holistisch begrip komt van de effecten van sociale media, met aandacht voor digitale ongelijkheden. Op plekken waar weinig resources zijn kan sociale media de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs verbeteren. Daarnaast moeten onderzoekers voorzichtig zijn met het generaliseren van theorieën uit het Mondiale Noorden. Overigens moet ook gewaakt worden voor al te stellige tegenstellingen tussen het Mondiale Noorden versus het Mondiale Zuiden. Her is beter om zowel te kijken naar individuele variabelen (zoals familiedynamiek) als naar macro variabelen zoals culturele waarden.