Wat te doen als sexting misgaat? Advies voor school en ouders
Sexting, de lelijke benaming voor het verzenden van seksueel expliciete beelden of teksten via de telefoon, is een grote bron van zorg onder ouders. Media doen er meestal paniekerig over (voorbeeld, voorbeeld, voorbeeld), terwijl sexting juist een veilige vorm van seks is waarvan je geen enge ziektes kunt krijgen. Jongeren noemen sexting zelf nauwelijks als online risico. Vijftien procent van de Nederlandse jongeren van 9-16 jaar heeft wel eens online seksuele boodschappen ontvangen. Drie procent heeft daar last van. Acht procent van de jongens en vier procent van de meisjes heeft wel eens voor de webcam borsten, billen of geslachtsdelen getoond.
Eerder bespraken we recent onderzoek onder Amerikaanse jongeren dat laat zien dat zij steeds verstandiger omgaan met sexting. Zij sturen naaktfoto’s vooral naar hun verkering (66% in 2013, 53% in 2009). Foto’s versturen aan iemand die ze net hadden ontmoet nam af (5% in 2013, 10% in 2009). Hierbij moet opgemerkt worden dat Amerikaanse jongeren meer met sexting in aanraking komen: 28 procent ontvangt wel eens zo’n bericht.
Oplossingen
De schuld voor de verspreiding wordt veel te vaak bij de verzender gelegd, die meestal ook het slachtoffer is. In lessen mediawijsheid worden de risico’s van sexting voor slachtoffers benadrukt en gaat het niet over degenen die het vertrouwen van slachtoffers hebben beschaamd door de berichten te verspreiden. Gelukkig kan het ook anders.
Nieuwe Meesters ontwikkelde voor scholen een methode die in de praktijk bijzonder effectief is gebleken. Leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel vormen samen een mediateam. Door die samenwerking ontstaat er overlap in het sociale netwerk van de school en het netwerk van de leerlingen. Wanneer er iets misgaat, zit de school er direct bovenop met webcare. Centraal daarbij staat het bestraffen van de verspreiders en het met andere leerlingen bespreken van de problematiek. Ook het kundige advies van Ouders Online richt zich tegen daders.
Dit is een verkorte vorm van een column die vandaag op The Post Online verscheen.