3D is de nieuwe standaard voor bioscoopfilms
De afgelopen jaren zagen we in de bioscoop steeds meer 3D-films. Ook voor de komende jaren zijn er veel 3D-releases gepland en er wordt veel gesproken over de innovatieve kracht van 3D. Dat roept de vraag op of 3D de nieuwe standaard is, the new normal. Daartegenover staan echter sceptische critici, teruglopende inkomsten en een schijnbare 3D-moeheid bij het publiek. Die factoren wijzen in de richting van een gimmick: 3D zou dan snel weer verdwenen zijn. In een recent artikel [abstract] analyseert filmwetenschapper Barbara Klinger 3D in relatie tot Hollywood-conventies.
Klinger vraagt zich af hoe filmmakers de illusie van diepte (het cruciale element van 3D) hebben toegepast op manieren die afwijken van Hollywoods eerdere omgang met ruimte. Ze kijkt daarbij naar de visuele grammatica van 3D-blockbusterfilms uit 2011-2012.
Gimmicky
Filmmakers gaan systematisch om met de middelen die 3D biedt. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk in de titelrol. De titels zweven eerst op het publiek af of verschijnen plots. Het ritme wordt doorgezet in luchtshots, die vaak door de wolken hun weg zoeken naar de eigenlijke setting of karakters. Zulke openingen laten de belofte van de ruimtelijkheid van 3D zien.
3D werkt met positieve en negatieve verschilzichten [parallaxen]: wijkende elementen en elementen die voor het scherm uitsteken. Vooral negatieve verschilzichten zijn kenmerkend voor 3D. Toch gaan veel regisseurs er spaarzaam mee om, uit angst te ‘gimmicky’ over te komen. Dit was bijvoorbeeld zo in Promotheus en The Amazing Spiderman. Abraham Lincoln: Vampire Hunter daarentegen verbindt het negatieve verschilzicht met het verhaal en laat daarom het bloed van het scherm springen.
Positieve verschilzichten worden eveneens spaarzaam gebruikt. Het valt bijvoorbeeld op in films als Transformers dat regisseurs gewone focus gebruiken bij scènes die draaien om het karakter of de dialoog. Klinger stelt dat 3D films niet zomaar een mengsel zijn van verschillende technieken, maar een strategische mix van conventies over hoe je een verhaal vertelt.
Werkpaarden
Hollywood heeft een eigen kenmerkende stijl die wel eens de onzichtbare stijl genoemd wordt. Dialoog en actie zijn belangrijker dan stijl. Daarbij domineren lineaire verhaallijnen. Continuïteit gaat boven alles. Dat zien we volgens Klinger ook terug bij 3D. Ze stelt dat 3D-technieken niet ingezet worden om het publiek te imponeren. Het zijn werkpaarden voor de klassieke manier van verhalen vertellen. Zo wordt de zogeheten vierde muur niet doorbroken, terwijl dat met 3D goed zou kunnen. De vierde muur is de kant waar het publiek zit. Erken het publiek en je verbreekt de illusie dat het verhaal geen constructie is.
Toch wordt er ook geëxperimenteerd. Dit zien we vooral bij luchtshots. Die verankeren het verhaal en geven de kijker het gevoel van spektakel.
Toekomst
Klinger concludeert dat 3D inderdaad stilistisch een nieuwe norm heeft gezet. Omdat er echter niet afgestapt wordt van Hollywood-conventies, is er geen sprake iets daadwerkelijk nieuws. In plaats daarvan vormt 3D een nieuwe conventie binnen het bestaande arsenaal, met een herkenbare stijl. Het is onduidelijk wat de toekomst zal zijn: de technologie is moeilijk om te gebruiken en voor sommigen ook moeilijk om te kijken.