Home / Blog / Het probleem met tweede seizoenen. Of: hoe series ten onder gaan aan hun hoge kwaliteit

Het probleem met tweede seizoenen. Of: hoe series ten onder gaan aan hun hoge kwaliteit

LATER LEZEN

Mediacommentaren benoemen graag. Met een beetje goed gekozen term geef je extra cachet aan het fenomeen dat je becommentarieert. Soms heb je zelfs echt iets te pakken. De golden age of television was er zo een. Series als The Wire, The Sopranos en Mad Men vertoonden inderdaad overeenkomsten en waren daadwerkelijk kenmerkend voor een nieuw tijdperk (omdat televisie al eerdere zulke fases kende, spreken we ook wel van de derde gouden eeuw van tv). Televisie is al een tijdje booming, niet zozeer in de zin dat er veel mensen kijken (dat is niks nieuws) maar wel dat de status is verhoogd. Respectabele journalistieke titels geven nu DVDs van series weg bij een abonnement.

Peak tv

Zo’n label geeft je ook de kans daar weer op terug te komen, of de term te bekritiseren of dood te verklaren. Het is steeds weer voer voor nieuwe stukken, waardoor je en passant het aanbod kunt evalueren.

We hebben een enorme uitbreiding van het kwaliteitsaanbod gezien, mede door de komst van streamingdiensten met eigen content zoals Netflix, Amazon en Hulu. Er is zoveel dat het niet meer te kijken is. FX topman John Landgraf sprak daarom tijdens een industry-event in 2015 van ‘peak tv’:

“This is simply too much television. My sense is that 2015 or 2016 will represent peak TV in America, and that we’ll begin to see declines coming the year after that and beyond.”

Landgraf bedoelde dit als waarschuwing, maar peak tv werd een nieuw, beschrijvend label. Er zijn niet alleen hele goede dramaseries over gelaagde mannelijkheid, maar er zijn ook steengoede cartoons, musicals, realityprogramma’s, sitcoms, true crime-documentaires en ga zo maar door. Peak tv is een manier om aan te duiden dat het gehele kwaliteitsaanbod overweldigend is.

Het lot van tweede seizoenen

In het tijdperk van peak tv moet je met je eerste seizoen scoren. Dat moet verrassend zijn, origineel, zorgen voor buzz op sociale media. Zonder succesvol eerste seizoen, komt er namelijk geen tweede seizoen. Maar, zo stelt televisie-analyst Todd VanDerWerff in een recent stuk op Vox, het is erg lastig om een goed tweede seizoen te plaatsen bovenop een opwindend eerste seizoen. Hij noemt The Crown, Stranger Things, This Is Us, The Handmaid’s Tale en Westworld als recente voorbeelden waar het tweede seizoen teleurstelde.

VanDerWerff schrijft:

“Exciting first seasons are often easier to pull off with big, high-concept premises — the sorts of premises that often tee up disappointing second seasons. … They often have exciting, high-concept premises, or at the very least brand new ways to tell very old stories. They run from peak to peak, exploring new corners of their worlds, often thrillingly.”

Het risico daarvan is dat er in seizoen 2 geen verhaal meer over is om te vertellen. Het wordt dan vaak een herhaling van zetten. Bovendien is de opwinding van de eerste keer er al af – ik had dat zelf inderdaad sterk met Stranger Things, The Handmaid’s Tale en Westworld, series waar je aan het begin van seizoen 1 nog niet goed door hebt wat er speelt. Als je dat eenmaal weet, is een groot deel van het plezier eraf.

“So what is it about season two that trips up shows with such exciting first seasons, while seeming to boost shows with more disappointing debuts? It’s pretty simple: Season two is when everything deepens, and a TV premise becomes a TV show.”

Uitdiepen dus. VanDerWerff stelt dat het soms goed is om een minder sterk eerste seizoen te hebben, zodat er in het tweede nog wat wacht. Zo zagen we in seizoen 2 van The Americans dat er meer was dan alleen de geheime spionnenacties. De familierelaties werden toegelicht, de stress die het geeft om een geheim leven te leven. Hierdoor bleef – vind ik – de serie zes seizoenen boeien, en was ook de seriefinale erg geslaagd. Ook Mad Men had een sterk tweede seizoen, omdat we zagen dat het om meer draaide dan alleen Donald Draper. Een voorbeeld dat VanDerWerff niet noemt maar wel past in zijn betoog is GLOW: een matig eerste seizoen en een ijzersterk tweede, juist omdat in het tweede seizoen de personages uitgediept worden.

Deze spanning zet VanDerWerff aan het denken: de series met grote, flashy ideeën als kern kunnen wel eens schadelijk zijn voor dramaseries die gemaakt zijn voor de langere termijn. Dat ben ik met hem eens: series met een hele sterke premisse zijn fijn, maar ik wil ook series die een tijdje bij me blijven, waar ik iedereen echt leer kennen. Waar de investering die ik erin heb gestopt, langer uitbetaalt dat het weekendje binge-plezier.

DEEL DIT BERICHT