Hoe je trans kunt zijn in Nederlandse media
Nederland gaat er graag prat op progressief te zijn en een voorloper op het gebied van lhbtqia+-rechten. In de praktijk valt dat meestal tegen en onze voorlopersrol hebben we, gezien onze schamele twaalfde plek op de Europese Rainbow Index in 2021, allang afgestaan. We scoren vooral slecht op gender-gebied. Er is bijvoorbeeld een diagnose genderidentiteitsstoornis nodig om in aanmerking te komen voor transgender zorg. Desalniettemin zijn trans personen de afgelopen jaren steeds zichtbaarder geworden in Nederlandse media. Mariecke van den Berg en Mir Marinus onderzochten [vrije toegang] die trans representatie over de periode 1991-2016. Ze keken daarbij welke trans identiteiten ‘mogen’ en welke niet.
Methode
Van den Berg en Marinus zijn geïnteresseerd in wat ze transgender scenario’s noemen: mogelijke rollen, verhaallijnen, plots, bijrollen, protagonisten en antagonisten. Het concept seksueel script (of scenario) verwijst vergelijkbaar naar maatschappelijk geaccepteerde gedragingen en geaccepteerde rollen.
Ze baseren zich op krantenberichten uit De Telegraaf, Trouw en de Volkskrant. Direct valt op dat de aandacht inderdaad sterk gestegen is, zie figuur 1. Daarnaast bespreken ze de programma’s Hij is een zij (2014-2020) en Love me gender (2016). Het materiaal werd gecodeerd en de bevindingen werden daarna voorgelegd aan een kleine focusgroep met trans en cis mensen.
De onderzoekers vinden zes transgender scripts, oftewel zes manieren waarop je trans ‘kan’ (of ‘mag’) zijn in de Nederlandse media.
1. De succesvolle trans
Dit is het meest iconische van de zes. Het script leunt op een narratief van vooruitgang, van een succesvolle transitie. Succes verwijst dan naar zelfontwikkeling, geluk en een nadruk op je ware ik vinden. Er is een ongelukkige ‘before’ en een gelukkige ‘after’. ‘Alles viel op z’n plek’. Daarnaast heeft succes te maken met wat passing genoemd wordt: als mensen denken dat je cis bent.
Dit scenario van de succesvolle trans gaat zo vooral over het lichaam. Vrienden, familie, buren, klasgenoten spelen belangrijke bijrollen door op een gepaste manier de fysieke veranderingen te lezen en de genderidentiteit van de trans persoon te bevestigen.
2. De pionier
Dit script gaat over trans personen die als voorhoede worden gezien van het verstoren van dominante genderrollen. Trans wordt ook geassocieerd met de culturele avant-garde: mensen die in de theater-, dans- of muziekindustrie werken. Daar wordt het gezien als makkelijker om buiten gebaande genderpaden te treden. Daarnaast wordt het label pionier ook geplakt op chirurgen in dit veld.
Bijrollen in dit scenario worden gespeeld door de mensen die deze voorhoede mogelijk maken. Mogelijke sociale kritiek wordt omgezet in artistieke, culturele en medische innovatie.
3. De pion
In dit scenario, dat vooral in opiniestukken en lezersbrieven werd gevonden, worden trans personen gebruikt om een bepaalde sociale of politieke werkelijkheid te schetsen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in nationalistische frames over tolerante Nederlanders versus achterlijke moslims. Paradoxaal genoeg zien de onderzoekers de pion ook in scripts over doorgeslagen linksmensen die trans rechten ten koste van ‘echte issues’ op de kaart zetten. Ze schrijven daarover:
“on the one hand, abstract liberal tolerance towards gender variety is viewed as shared cultural heritage that needs to be cherished and protected, but, on the other hand, this tolerance is made suspect when it takes concrete forms in demands for the state funding of emancipatory policies or when it becomes ‘too’ present in the public debate” (p. 388).
4. Het slachtoffer
Dit script draait om de kwetsbaarheid van trans personen. Er wordt verslag gedaan van uitsluiting, discriminatie, pesten, vandalisme, schelden, fysiek geweld en moord. In dit script is er weinig agency voor de betreffende trans mensen. Kwetsbaarheid wordt verder benadrukt aan de hand van aanvullende risicofactoren, zoals niet-Nederlands zijn, sekswerk verrichten of onderdeel van een religieuze gemeenschap zijn.
Bijrollen in dit script zijn er voor dader en de redder. Dit script gaat soms over in het script van de pion.
5. De randfiguur
In dit script zijn trans personen mysterieuze figuren die een verhaal sappig maken. Denk daarbij aan corrupte politici die ‘zelfs’ trans sekswerkers uitnodigen en daarmee betrapt worden, of reisverhalen waarin trans sekswerkers figureren voor een extra exotisch sausje.
Trans personen worden dan gebracht als verwant aan freaks en/of als mensen die waardevolle ‘inside information’ hebben over leven aan rafelranden.
6. De bedrieger
In dit script worden trans mensen voorgesteld als misleiders:
“Authors of texts who posit trans people as ‘frauds’ depart from the presupposition that the gender assigned by birth is the authentic, unalterable identity to which people will need to return. Trans people may, to some extent, be successful in covering up their ‘real’ gender identity, but the ‘truth’ about this identity will eventually be revealed” (p. 389).
Hierbij komt het woord ‘eigenlijk’ vaak terug: de persoon is eigenlijk een man. Dit zijn mensen die (al dan niet expres) de verkeerde voornaamwoorden gebruiken. Soms is het ‘ontmaskeren’ van trans personen direct het doel, bijvoorbeeld bij sportverslaggeving. Ook duikt dit script vaak op in berichten waarin een trans persoon verdacht wordt van een misdrijf.
Alternatieve scripts
Televisie biedt volgens Van den Berg en Marinus meer ruimte voor alternatieve scripts. Zo vinden ze in de serie Hij is een zij het script van continuïteit. Niet de verandering voor en na transitie staat centraal, zoals bij De succesvolle trans, maar juist hoe iemand dezelfde persoon is gebleven. In Love me gender zien ze een diversiteits-script, met ruimte voor non-binaire identiteiten.
Deelnemers aan de focusgroep zouden graag een ‘post-transitie’-script zien, over het leven na de transitie, en een ‘whatever‘-script waarin de trans identiteit er geheel niet toe doet. Ze zouden graag trans mensen aan het woord horen over zaken die niets met trans zijn te maken hebben.
Tot slot
Deze scripts laten zien “under what conditions Dutch society is willing to recognise and accept trans people” (p. 394). Volgens de onderzoekers is er vooral aandacht voor trans personen wanneer de binariteit van gender in stand gehouden wordt. Dat is inmiddels veranderd: sinds het verschijnen van dit onderzoek is de aandacht voor non-binaire mensen in de media sterk gestegen (wat het weer interessant maakt om te onderzoeken onder welke voorwaarden je eigenlijk non-binair mag zijn in de media!).
De onderzoekers zijn bezorgd over de politisering van trans mensen, dus wanneer zij ingezet worden voor andermans politieke doelen zoals in het script van de pion. Dat kan volgens hen gecounterd worden door te schrijven over de daadwerkelijke alledaagse levens van trans personen en door vooral trans mensen zelf te betrekken bij je verhaal of mediaproductie. Helaas wordt daar nog maar weinig vooruitgang geboekt.
Beeld: promomateriaal Hij is een zij.