Home / Blog / Jongeren minder gevoelig voor media-effecten dan gedacht

Jongeren minder gevoelig voor media-effecten dan gedacht

LATER LEZEN

Politieke socialisatie betekent dat een individu leert hoe hij/zij een burger wordt een politiek systeem. Hoewel dit een proces is dat een leven lang duurt, vindt het grootste gedeelte plaats in de kinder- en jeugdperiode. Het gaat daarbij niet alleen om stemgedrag. In de huidige cultuur kun je immers op meerdere manieren politiek betrokken zijn: door te stemmen met je portemonnee, door petities te ondertekenen of door te demonstreren. Uit onderzoek weten we dat blootstelling aan politiek nieuws leidt tot hogere politieke betrokkenheid: je moet immers weten dat er iets is waar je tegen in beweging wilt komen. In een recente studie [abstract] onderzoeken Judith Moeller en Claes de Vreese van de Universiteit van Amsterdam de rol van media bij de politieke socialisatie van jongeren.

Ze maakten gebruik van de European Social Survey en ondervroegen 6935 jongeren tussen de 14 en 20 uit 21 Europese landen. Zij werden vergeleken met een volwassenen (21+).

Effect van leeftijd
De onderzoekers veronderstelden dat blootstelling aan nieuwsmedia leidt tot een hogere maatschappelijke participatie [civic engagement]. Dit bleek wel zo te zijn voor volwassenen, maar niet op te gaan voor de jongeren.

De onderzoekers veronderstelden ook dat blootstelling aan entertainmentmedia zou leiden tot lager politiek vertrouwen en lagere betrokkenheid. Dit bleek inderdaad zo te zijn: jongeren die veel entertainmentnieuws tot zich nemen, hebben minder politiek vertrouwen, tekenen minder vaak een petitie en doen minder aan ‘consumentenpolitiek’. Deze verbanden zijn echter heel erg klein. Bovendien is er een interactie-effect van leeftijd: hoe ouder je bent, hoe sterker het verband is tussen entertainmentmedia en gebrek aan politiek vertrouwen.

Tot slot dachten de onderzoekers dat jongeren die opgroeien in een land met een lage kwaliteit democratie meer politiek actief zouden zijn. Dit bleek omgekeerd te zijn: het zijn stabiele democratieën waarin de meeste jongeren politiek actief zijn.

Puzzel
Moeller en De Vreese zijn enigszins verbaasd over hun resultaten. Adolescenten gebruiken de meeste media en daarom dachten zij dat de effecten van media groot zouden zijn op deze leeftijd. Het tegenovergestelde blijkt waar. Ze dragen twee mogelijke verklaringen aan. Het kan zijn dat mediaeffecten cumulatief werken en dus met leeftijd opstapelen. Het zou ook kunnen dat media op latere leeftijd belangrijker worden omdat er in het leven van jongeren nog veel andere invloeden zijn, zoals ouders en school.

Ze wijzen er daarbij ook nog op dat het belangrijk is een onderscheid te maken tussen generatie- of leeftijdseffecten. Bij een generatie gaat het om een specifieke groep die opgroeit onder bepaalde gedeelde omstandigheden (zoals jongeren in Duitsland die opgroeiden na de val van de muur). Bij leeftijdscohort gaat het om het effect van jong zijn, ongeacht de situatie waarin men opgroeit.

Leeswijzer: low-medium-high verwijst naar de mate van blootstelling aan type media. Jongeren die weinig entertainmentnieuws nuttigen, zijn dus eerder geneigd om een petitie te tekenen dan jongeren die veel entertainmentnieuws tot zich nemen.