Een korte geschiedenis van het go-go dansen
Voor de Tweede Wereldoorlog danste men vrijwel uitsluitend in paren van man/vrouw. Dit verandert langzaam, samen met de tijdsgeest. Bij de Lindy Hop en de Jitterbug zaten al momenten dat je even alleen danste. De twist uit de jaren 50 was de eerste dans die je volledig zonder regels en fysiek contact met een partner kon doen. In de jaren 60 ontstaat vervolgens het go-go dansen. Socioloog George Gonos legde dit in 1976 als volgt uit:
“The dancing, accomplished as if in the space allowed by a telephone booth, was most frequently described as either ‘frantic’ or ‘frenzied’ because, despite the lack of horizontal motion, arms and legs were flying, heads bobbing and torsos pumping” (p. 193).
Ontstaan en etymologie
De naam go-go komt oorspronkelijk uit het Frans: à gogo betekent “in overvloed, zoveel men wil, volop, naar believen”. Het raakte geassocieerd met dansen dankzij een roman die daar niets mee te maken heeft. Whisky Galore! is een Brits boek uit 1947 over een schipbreuk waarbij 50.000 vaten whisky vrijkwamen. De Franse titel was Whisky à gogo, een naam die zo aansloeg dat hij ook gekozen werd door een nachtclub in Parijs in 1947.
Er komen meer nachtclubs waar voor het eerst plaatjes gedraaid gaan worden en die daarom discothèques genoemd worden. Het go-go dansen ontstaat begin jaren 60 in een andere Whisky à gogo-discotheek in de Franse Rivièra. Daar dansten de meisjes van het vermaak in korte rokjes met hoge hakken.
De discothèque waait over naar Amerika en in 1958 opent The Whisky-a-Go-Go in Chicago. De bekendste Whisky-a-Go-Go is in Los Angeles, geopend in 1964, wat – gek genoeg – geen echte disco is maar meer een livemuziek-venue. Er waren wel go-go dansers, en de LA Whisky-a-Go-Go was de eerste plek met kooien en daarmee de plek waar het kooidansen is uitgevonden.
Andere wereld
Het doel van de go-go dansers was het publiek aan te moedigen actief te worden. Aanvankelijk waren het zonder uitzondering vrouwen, die dansten ‘alsof niemand keek’, schrijft Gonos. Ze maakten weinig contact met het publiek, het leek alsof ze in hun eigen wereld waren – wat goed past bij kooidansen:
“[The cage] served as protection for the dancer’s activities and thoughts, her individual communion with a posited reality in which she was, by contract, more thoroughly engrossed than ordinary participants. The existence and qualities of this separate reality, represented as ‘organic’ had been internationally established in the creation of the discotheque environment. The go-go dancer’s activities pointed to this other world with which she had apparently achieved a state of resonance, but which remained slightly alien to others. Hence, she served as a mediator between patrons and this other world-a world which was nowhere adequately described, or even openly recognized to exist, but nonetheless always vaguely present for those contained within the disco frame” (199-200).
In de jaren 60 wordt er op de Amerikaanse tv flink ge-go-g0-danst. Hullabaloo was een muziekserie op NBC network met in het laatste segment ‘Hullabaloo A-Go-Go’ model Lada Edmund. Ook de ABC-serie Shindig! had go-go dansers die optraden in plastic kooien. Nancy Sinatra verheerlijkte de go-go-laarzen in ‘These Boots Are Made for Walkin”. Fun fact: The Supremes brachten in 1966 het album Supremes A’ Go Go uit, niet alleen hun allereerste album dat op nummer 1 van de Billboard album charts kwam, maar ook de allereerste nummer 1 voor een vrouwengroep.
Go-go dansen wordt dan niet meer alleen door vrouwen gedaan. Volgens Wikipedia kenden Amerikaanse gay clubs in de periode 1965-1968 het fenomeen go-go boys.
Emancipatie en sekswerk
Volgens muziekwetenschapper Georgina Gregory weerspiegelt go-go dansen de sociale veranderingen van de jaren 60 en de pas gevonden vrijheid voor vrouwen. Een uitzinnige danseres in een kooi lijkt dan op een vogel die vrijheid zoekt. Go-go dansers stonden voor individualisme, maar tegelijk – schrijft Gregory – was het onduidelijk wat vrouwen precies met vrijheid zouden kunnen doen: “the frantic gyration of go-go girls connotes the anxiety of birds, desperate to escape, but unsure how they would survive if they did” (p. 18).
Eind jaren 60 gaat de gekte wat liggen en verplaatst het go-go dansen zich naar bars, waar dansers meer burlesque performers zijn, enigszins vergelijkbaar met strippers. Daar was het de bedoeling dat betaalde go-go dansers drankjes scoorden bij de bargasten. In een oral-history-studie uit 1983 schrijft Phaye Poliakoff daarover:
“To the women who work in go-go bars, dancing is just another job. Their work is similar to other jobs that women find traditionally open to them, such as waitressing or clerical work. The low wages, sexual harassment, lack of mobility, and the service nature of the work are characteristic of all these occupations. Why these women chose go-go dancing is reflective of their own personal backgrounds” (p. 58).
Revival
Go-go dansen verspreidt zich in de jaren 70 over de hele wereld met Thailand en de Filippijnen als belangrijke centra. De stijl raake evenwel uit de mode in hippe clubs. Er is een revival in New Yorkse clubs eind jaren 80 die wordt toegeschreven aan Madonna.
Vandaag de dag is go-go dansen in de VS hoofdzakelijk een mannelijke aangelegenheid: het fenomeen zie je vooral terug in het gay uitgaansleven zoals op circuitfeesten. Daar heten ze nu performance art dancers. In Nederland wordt het ook nog volop gedaan. Bij verschillende bureaus kun je go-go dansers huren en verschillende studio’s bieden cursussen aan die je naast “nieuwe moves” ook meer zelfverzekerdheid beloven.