Home / Blog / Hoe het is om beroemd te zijn

Hoe het is om beroemd te zijn

LATER LEZEN

“People don’t relate to you but to the myth they think you are, and the myth is always wrong” – Marlon Brando. 

Toen ik klein was wilde ik altijd Madonna beroemd worden. Maar hoe meer ik leerde over roem, hoe onaantrekkelijker het me leek. Onberoemde mensen hebben geen idee hoe het is om beroemd te zijn, en als je het eenmaal bent, is het al te laat. Er bestaat nauwelijks onderzoek naar de psychologische tol van faam. Dat lijkt evident: celebrities werken daar niet zomaar aan mee. Maar ook de methodologische voorkeur van psychologen voor experimenten en kwantitatief onderzoek helpt niet. Een van de weinige uitzonderingen is het al oude boekje Illusions of Immortality: A Psychology of Fame and Celebrity (2000) van David Giles.

Roem en beroemd
De oude Grieken kenden een concept voor eeuwige roem, κλέος άφθιτον. Giles traceert de opkomst van faam naar het geven van namen, een praktijk die zo’n 10.000 jaar vChr begon. Sommige individuen hadden namen die doorgegeven werden, in orale cultuur of omdat ze op graven stonden. Giles wijst op verstedelijking als belangrijke voorwaarde voor de individualistische culturen waarin celebrities kunnen floreren. De Romeinse steden kenden namelijk ook celebrities.

Roem is een proces, het is een onder-de-aandacht-komen. Daarbij spelen massamedia een cruciale rol, maar ook zonder kan je beroemd zijn. Denk aan de populaire kinderen op je middelbare school die iedereen kende, of wetenschappers die alleen onder wetenschappers beroemd zijn. Roem is verbonden met celebrities, maar niet alleen celebrities zijn beroemd. Ook politici en seriemoordenaars kunnen dat bijvoorbeeld zijn.

Beroemde mensen worden speciaal behandeld: alle deuren gaan voor hen open. Tegelijk worden ze hevig bekritiseerd, al gebeurt dat zelden recht in hun gezicht – sociale media zijn hier een interessante grijze zone, zie beneden. Sterren komen weg met asociaal gedrag (voor rocksterren lijkt dat zelfs verplichte kost), maar worden ook tegen een hogere standaard gehouden dan de gewone mens. Hoe dan ook, schrijft Giles, celebrities hebben macht “simply by being someone whose known and face are known to the world” (p. 9).

Het risico van authenticiteit
Er is een verschil tussen hoe je naar je zelf kijkt en de ervaring van identiteit. Bij beiden speelt de buitenwereld een rol. In het denken over ons zelf en onze identiteit veronderstellen we in het westen al snel een ware ik (the self), dat diep van binnen zit. Vooral binnen popmuziek, schrijft Giles, bestaat een obsessie met authenticiteit, of met de authenticiteit van het ik. Al vanaf het begin van het genre lag de gemaaktheid ervan onder de loep. De vroege popsterren werden vooral uitgekozen vanwege hun uiterlijk. Pas in de jaren 60 komen de singer/songwriter en meer autonome acts als The Beatles op. Er ontstaan dan een onderscheid tussen ‘serieuze’ en ‘commerciële’ artiesten.

Giles kijkt naar de aard van popmuziekteksten om dit onderscheid te begrijpen. Het is een kunstvorm waarin je je ziel kunt blootleggen:

“Poets must codify their musings in allegory and metaphor; novelists and film-makers in the guise of fiction; visual artists by abstract representational forms. The three-minute pop song is a carte blanche for the lyricist to bare his or her soul” (p. 79).

Het ergste wat een serieuze act kan doen is to sell out, om commercieel te gaan. Het is daarom essentieel dat muzikanten authenticiteit tonen. Dit is stressvol. Het verwijt niet-authentiek te zijn een doodzonde die buiten de controle van een artiest ligt. Soms kan dit desastreuze gevolgen hebben. Giles koppelt de rock ‘n roll suicide direct aan het leed van de spanning tussen privaat en publiek ik. Zo vond Kurt Cobain het verschrikkelijk om te moeten doen alsof hij het leuk had op het podium. Ook de druk van faam of angst om roem te verliezen kunnen reden zijn tot zelfmoord.

Het verlies van controle
Alle celebrities moeten onder ogen zien dat hun succes (ook) andere mensen rijk maakt. In de ogen van die mensen zijn zij niet zozeer een persoon, maar een product. Dat houdt in dat het ik verwordt tot handelsgoed. Isolatie van het ‘normale’ leven kan bijdragen aan dat commodificatieproces: alles wordt voor je gedaan, alles wordt je uit handen genomen.

Ook je omgeving gaat je zien als een ster, als een object. De verhalen die erover je de rondte gaan (de mythes uit de quote bovenaan) dringen ook door tot je vriendenkring. Vooral aan het begin van het proces van beroemd worden kan dit celebrities parten spelen. Er ontstaat een breuk tussen hoe je jezelf ziet en hoe anderen je zien.

Veel beroemde personen gaan daardoor in de derde persoon over zichzelf praten of zoeken op een andere vorm afstand van de beelden die over hen circuleren als een vorm van “disowning [their] commodified self”. Het gebruik van een artiestennaam of pseudoniem kan helpen om stabiel vat te houden op het gepresenteerde of geperformde ik en het ware ik.

Sociale ellende
Naast zulk existentieel leed zitten er nog meer nadelen aan beroemd zijn. De aandacht van het publiek werkt isolerend en leidt dan, paradoxaal, tot eenzaamheid. Voortdurend kom je mensen tegen die jou wel kennen, maar jij hen niet. Dat gaat onvermijdelijk gepaard met verlies van privacy. Op straat kun je niet anoniem zien, paparazzi liggen op de loer en je vrienden en familie kun je niet altijd vertrouwen omdat zij mogelijk met de pers praten.

Een voordeel van beroemd zijn is dat je andere beroemdheden ontmoet, maar die hebben dan weer weinig zin jou te ontmoeten want nieuwe mensen zijn een risicofactor. Zijn ze geïnteresseerd in jou, of in jouw roem? En in welke versie van jou?

“The loneliness may well result from the dispersion of self; if you have produced thousands of copies of yourself, which replications do people people find themselves interacting with?” (p. 95).

Zonder vertrouwelingen, zonder betrouwbare banden, is het leven niet alleen eenzaam maar ook beangstigend.

Nawoord: de toekomst van celebrities
Het laatste hoofdstuk in het boekje is een nawoord. Giles reflecteert op de toekomst van celebrities. NB: dat was in 2000, toen er wel internet was maar geen sociale media, toen het nog onduidelijk was wat al die technologische ontwikkelingen zouden gaan betekenen. Giles wist dus niet welke kant het op zou gaan. Hij bespreekt lang VR en andere virtuele personen, waarin hij weinig toekomst ziet.

Hij speculeert ook over “narrowcast media” die het mogelijk moeilijk zouden maken om celebrity-status te verkrijgen omdat daar een gedeelde cultuur voor nodig is. Dat ziet hij al in de toename van het aantal zenders: als niemand van je vrienden je televisieoptreden gezien heeft, wekt het weinig aandacht. Toch vermoedt hij uiteindelijk groei voor de ‘cult of celebrity’:

“Fuelled by the Internet reaching our homes via digital transmission, our needs for parasocial interaction may increase as we spend more time at home (already, ‘teleworking’ is being used as a money-saving device by businesses), and the media expansion may simply open up more slots of opportunity for new celebrities” (p. 154).

En dat is ongeveer wat er gebeurd is. Sociale media hebben geleid tot nieuwe categorieën sterren en hebben celebrities dichterbij dan ooit gebracht. Dankzij de smartphone hoeven we bovendien niet thuis te zijn om het internet (inmiddels met kleine letter) te bereiken. Ook in de trein en op kantoor hebben we behoefte aan parasociale interactie met beroemdheden, die dankzij de smartphone nog minder privacy hebben omdat ineens iedereen een paparazzo is. Influencers lijden onder de druk alsmaar ‘authentiek’ hun dagelijks leven te vloggen.

Drempels van decorum zijn bovendien weggevallen: online zegt het publiek van alles over celebrities, wel of niet wetende dat hen dat ook ter ore kan komen. Het is nog nooit zo makkelijk geweest beroemd te worden, en misschien nog nooit zo ellendig beroemd te zijn.

Beeld: DALL-E 2’s interpretatie van Illusions of Immortality

DEEL DIT BERICHT