Home / Blog / Opgroeien met Alexa

Opgroeien met Alexa

LATER LEZEN

Alexa is de virtuele assistent van Amazon die van alles voor je kan afspelen en opzoeken. Dat is handig, ook voor kinderen. Alexa reageert immers op spraakopdrachten. Op Technology Review verscheen een achtergrondartikel waarin de invloed van Alexa op opgroeiende kinderen wordt besproken. Worden ze er lui van, omdat zulke virtuele assistenten van alles voor je kunnen doen, of misschien wel gemeen, omdat je de technologie bevelen geeft? Auteur Rachel Metz is optimistisch: ze prijst vooral de voordelen op het gebied van leren, spelen en communicatie.

Vorig jaar voerden onderzoekers van MIT een studie [volledige toegang] uit met 26 kinderen tussen de 3 en 10 jaar naar hun omgang met Alexa, Google Home, een speelgoedrobot en een chatbot. Daaruit kwamen vier thema’s naar voren: vermeende intelligentie, toeschrijven van identiteit, speelsheid en begrip. De kinderen testten van alles uit: ze stelden bijvoorbeeld verschillende Alexa’s dezelfde vraag. Opvallend was verder dat ze geen duidelijk gender aan de assistenten toeschreven.

Metz sprak met een van de onderzoekers. Zij stelt dat kinderen dankzij de omgang met Alexa beter leren communiceren, niet alleen met robots maar ook met andere mensen:

“She sees a huge opportunity for virtual assistants like Alexa, Google Home, and others to be designed in ways that push us to treat others the way we want to be treated.”

Dat is nogal een uitspraak. In de studie zelf zijn de onderzoekers voorzichtiger. De conclusie gaat vooral over verbeteringen aan virtuele assistenten, zoals uitleggen waarom ze een opdracht niet kunnen uitvoeren (‘ik snap je niet’ versus ‘ik heb deze informatie niet’). De andere kant komt ook aan bod. Metz citeert een ontwikkelingspsycholoog die zich zorgen maakt dat ‘digitale butlers’ het vermogen van het kind om zelf dingen te doen zal verminderen. Zulke zorgen bestonden ook bij de uitvinding van het schrift (‘de jeugd van tegenwoordig hoeft dan niets meer uit het hoofd te leren!’) en het is onwaarschijnlijk dat ze gelijk zal krijgen. Virtuele assistenten zullen een plek vinden in het alledaagse leven, zonder grote of radicale effecten op dat alledaags leven.

Wat opmerkelijk is, is dat er niet gekeken wordt naar de effecten van bestaande assistenten bij de opvoeding, zoals nannies nu of gouvernantes vroeger. Die zijn immers een goede voorspeller. Bij niet-virtuele assistenten ligt de zorg vooral bij de vervanging van contact met de ouders. Het is dan ook raar dat deze vraag in dit onderzoek en het artikel niet gesteld zijn.

DEEL DIT BERICHT