Toekomstige historici gaan ons internet niet snappen
Weet je nog hoe Facebook was toen je er net op zat? Ik heb zelf in 2008 mijn profiel aangemaakt en ik weet nog dat de ervaring heel anders was (er was bijvoorbeeld geen newsfeed en iets dat ‘superwall’ heette) maar ik kan me er al nauwelijks iets meer van herinneren. Er zijn screenshots te vinden van de lay-out, maar niet van míjn lay-out. Bovendien verandert Facebook voortdurend. In tegenstelling tot oude software is het kenmerkend voor web 2.0 dat web-based-programma’s geen versies kennen. Momenteel gebruik ik versie 63.0.3239.84 van Chrome, maar ik heb geen idee in welke versie Google zit, of YouTube.
Nooit gelijk
Alexis Madrigal schreef voor The Atlantic een artikel over de problemen met het archiveren van ons internet. Met de komst van sociale media dachten we dat ons alledaagse leven op ongekende manier vastgelegd werd en zo toegankelijk zou zijn voor later. Twitter heeft bijvoorbeeld in 2010 alle tweets ter beschikking gesteld aan de Library of Congress. Dit archief is nog steeds niet toegankelijk voor onderzoekers. Groot struikelblok is de omvang de data: zoeken duurt heel lang want het archief is ontzettend groot. Daarnaast is er een probleem van hoe sociale netwerken werken: personalisatie op basis van ondoorzichtige algoritmes:
“Every major social-networking service uses opaque algorithms to shape what data people see. Why does Facebook show you this story and not that one? No one knows, possibly not even the company’s engineers. Outsiders know basically nothing about the specific choices these algorithms make. Journalists and scholars have built up some inferences about the general features of these systems, but our understanding is severely limited. So, even if the [Library of Congres] has the database of tweets, they still wouldn’t have Twitter.”
Hoe een applicatie functioneert, is niet te archiveren. Er zijn drie algemene problemen in het archiveren van webdiensten. De eerste is er het probleem met versies zoals boven beschreven. Ten tweede wordt er ontzettend veel getest en geëxperimenteerd (denk aan A/B-testen) waardoor je nooit twee keer hetzelfde voorgeschoteld krijgt. Ten derde kennen zulke netwerken hoge aantallen input en complexe interactie tussen verschillende inputs. Deze grote systemen zijn daardoor moeilijk te begrijpen.
Middeleeuwen
Madrigal gaat zo ver als te stellen dat onze tijd net zo ondoorzichtig voor toekomstige analyse kan worden als de middeleeuwen:
“The world as we experience it seems to be growing more opaque. More of life now takes place on digital platforms that are different for everyone, closed to inspection, and massively technically complex. What we don’t know now about our current experience will resound through time in historians of the future knowing less, too. Maybe this era will be a new dark age, as resistant to analysis then as it has become now.”
Een mogelijkheid is het vastleggen van verschillende individuele ervaringen. Ik zou bijvoorbeeld mijn eigen Facebookgebruik op verschillende momenten kunnen opnemen. Het is dan cruciaal om dat te doen bij zo divers mogelijke groep mensen. Probleem is nog steeds dat toekomstige historici dan geen idee hebben wat er zich onder de motorkap van Facebook afspeelde, met name vanwege het gebrek aan transparantie dat zulke grote techbedrijven kenmerkt.
Een andere optie is het allemaal niet zo erg vinden. Toen de telefoon opkwam, verwachtte niemand dat persoonlijke gesprekken gearchiveerd zouden worden. Misschien moeten we gewoon onze verwachtingen bijstellen:
“So, maybe our times are not so different from previous eras. … For a while it seemed exciting and smart to archive everything that happened online because it seemed possible. But now that it might not actually be possible, maybe that’s okay. “Is it terrible that not everything that happens right now will be remembered forever?” Seaver said. “Yeah, that’s crappy, but it’s historically quite the norm.””