Home / Blog / De beweegredenen van vaccinatieweigenaars

De beweegredenen van vaccinatieweigenaars

LATER LEZEN

Pas nu een grote meerderheid van de bevolking gevaccineerd is lijkt er een maatschappelijk debat te ontstaan over de vaccinatieweigeraars. Voor zorgmedewerkers is de groep een enorm probleem. Ze weigeren niet alleen vaccins, maar ook mondkapjes – zelfs als ze met serieuze coronaklachten binnenkomen. Het leidt tot frustratie over vermijdbaar lijden onder het personeel.

Als we deze groep willen overhalen om zich toch te beschermen tegen corona, moeten we eerst weten waarom ze hun huidige keuze hebben gemaakt. In het project ‘De Maatschappelijke Impact van COVID-19’, gefinancierd door ZonMw, werken verschillende universiteiten en gemeentes samen aan onderzoek. Deze week verscheen een working paper over de beweegredenen vaccinatieweigeraars.

Methode
In het project worden surveys afgenomen, met zowel gesloten als open vragen. Dit paper is gebaseerd op data verzameld in maart 2021 onder 24.227 respondenten. Vijftien procent van deze ondervraagden gaf toen aan niet gevaccineerd te willen worden. Zij kregen vervolgens de open vraag waarom niet. Daarop hebben 688 respondenten geantwoord – dat is slechts 19 procent van de respondenten die zich niet wilden laten vaccineren, een lage respons dus. Vrouwen, jongeren en lageropgeleiden gaven vaker antwoord. De resultaten zijn daarom niet representatief voor de bevolking, maar het onderzoek is wel degelijk relevant omdat het inzicht geeft in bestaande motieven en het relatieve belang ervan voor deze mensen.

De antwoorden zijn handmatig gecodeerd en de verkregen motieven zijn vervolgens voorgelegd aan zorgprofessionals in focusgroepen. Zo zijn vervolgens een aantal handelingsperspectieven geformuleerd.

Beweegredenen van weigeraars
De onderzoekers komen tot drie hoofdcategorieën, die elkaar niet uitsluiten:

1. Vertrouwen in het eigen lichaam
Ongeveer een kwart van de genoemde redenen valt hieronder. Het gaat om mensen die vinden dat zij gezond zijn, een sterk immuunsysteem hebben en/of niet kwetsbaar zijn. Zij vinden een vaccin daarom niet nodig. Ook mensen die het al gehad hebben passen in deze categorie.

2. Zorgen over bijwerkingen
Ruim een derde van de redenen is samen te vatten onder deze noemer. Het zijn enerzijds mensen die zich directe angst hebben voor bijwerkingen op de korte of lange termijn en anderzijds mensen die geen proefkonijn willen zijn. Het zijn bijvoorbeeld mensen die medicatie gebruiken of zwanger zijn, of die het vaccin niet vertrouwen omdat ze menen dat het zich nog in een experimentele fase bevindt.

3. Wantrouwen in vaccin en betrokken instanties
Uit een derde van de genoemde redenen spreekt wantrouwen, al is het niet altijd duidelijk naar wie of wat. Wanneer dat wel benoemd wordt, gaat het om instanties als WHO, RIVM en GGD, en de farmaceutische industrie. Ook de regering wordt niet vertrouwd. Daar zitten gradaties in. Er zijn mensen die sterke twijfels hebben en vinden dat er te weinig ruimte is voor kritiek, dat ze worden weggezet als viruswappie. Er zijn mensen die vinden dat het vaccinatieprogramma een “hoog propaganda-gehalte” heeft, of dat de wetenschap “arrogant” is. Er is ook dieper wantrouwen, waarbij complottheorieën worden aangehaald en het bestaan van het virus wordt ontkend.

Perspectieven van zorgprofessionals 
De geïnterviewde zorgprofessionals herkenden de beweegredenen. Zij zeggen dat het vaak gaat om gelegenheidsargumenten: “als het ene argument wordt weerlegd, wordt een ander argument gebruikt, waarbij mensen zich baseren op diverse informatiebronnen” (p. 5). Deze huisartsen hekelden de overheidscommunicatie omdat ze vonden dat vaak te moeilijk was, bijvoorbeeld voor mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben en laaggeletterden.

Zij vonden ook dat er te weinig is gekeken naar obstakels, zoals de bereikbaarheid en nabijheid van priklocaties. Bovendien vonden ze dat partijen als GGD en gemeentes slecht met hen samenwerkten. Zij zien zichzelf als “onmisbare schakel in het bereiken van bepaalde doelgroepen, vanwege de relatie die zij hebben opgebouwd met patiënten” (p. 8).

Aanbevelingen
De onderzoekers komen tot zeven zogeheten handelingsperspectieven voor beleidsmakers en professionals:

1. Erken verschillende perspectieven en ga het gesprek onbevooroordeeld aan;
Dat betekent ook twijfelaars niet afschilderen als wappies.

2. Parallel aan vaccinatiebeleid voor doelgroepen met een hoge vaccinatiebereidheid moet vanaf het begin aandacht komen voor moeilijker te bereiken groepen;

3. Identificeer sleutelfiguren en -organisaties en zet deze in voor het bereiken van specifieke doelgroepen;

4. Bied ruimte aan flexibiliteit en creativiteit in het opgestelde beleid;

5. Geef gemeentebesturen samen met de GGD een rol in het nadenken over lokale vaccinatiestrategieën;

6. Maak meer gebruik van eerstelijns professionals en hun netwerk binnen het sociale domein;

7. Evalueer en reflecteer op gezette tijden met de meest betrokken stakeholders het gevoerde beleid en sta open voor tegenspraak.

DEEL DIT BERICHT