Kortgeleden verscheen het Jaarbericht 2010 [PDF] van de Nationale Drugsmonitor. De resultaten laten verschillende, soms tegenstrijdige ontwikkelingen zien. Bij speed, heroïne en alcohol zijn de problemen opmerkelijk genoeg het grootst onder ouderen. De toegankelijkheid van drugs onder jongeren is groot, ondanks dat repressieve drugsbeleid vooral gericht is op deze groep. Hieronder per drug een samenvatting van de cijfers.

Cannabis – Onder scholieren daalt het aantal blowers al sinds 1996. Vorig jaar blowde vijf procent van de 12-16 jarigen, waarbij er geen verschillen zijn tussen schoolniveaus. Het aantal cannabisgebruikers onder de gehele Nederlandse populatie valt samen met Europese gemiddelden. Opvallend daarbij is dat de hulpvraag is toegenomen, een ontwikkeling waarvoor de onderzoekers geen verklaring hebben. De kwaliteit van de cannabis in Nederland is goed en een gram kost gemiddeld 8 euro.

Ecstasy – Het aantal pillenslikkers ligt in Nederland hoger dan het Europees gemiddelde. Zes procent heeft het wel eens gedaan en bijna twee procent doet het wel eens. Ecstasy is een uitgaansdrug: een kwart van de landelijke feestbezoekers gebruikt het. Onder scholieren van 12-18 heeft 2 procent wel eens ecstasy gebruikt. De hulpvraag is beperkt en het aantal ecstasycliënten onder alle drugscliënten in de verslavingszorg is al jaren minder dan 1 procent. In 2010 is de kwaliteit van ecstasy hersteld (in 2009 was er een tekort aan grondstoffen) en pillen bevatten hoge percentages werkzame stof. Een pil kost tussen de 3 en 4 euro.

Cocaïne – Cocaïne is in Nederland vooral een uitgaansdrug. Op de gehele bevolking heeft vijf procent wel eens cocaïne gebruikt en is ongeveer 1 procent regelmatig gebruiker. Onder mensen die veel uitgaan – dit zijn vooral jongeren – ligt dit percentage op twaalf procent. Cocaïne wordt niet alleen tijdens het uitgaan gebruikt, maar ook vaak thuis, zowel in het weekend als doordeweeks. De vraag naar verslavingszorg is de laatste jaren stabiel en het aantal ziekenhuisopnames is beperkt. Veel cocaïne is versneden met geneesmiddelen zoals Levamisol. Een gram cocaïne kost gemiddeld 47 euro.

Amfetamine – Speed is wel eens gebruikt door drie procent van de bevolking. Onder jeugd ligt het percentage ook laag met nauwelijks twee procent. De leeftijd van de patiënten in de verslavingszorg steeg.

GHB – GHB is lastig te doseren en het risico op een overdosering is groot. Daarbij geeft afkicken problemen. Hoewel er meer hulp gezocht wordt, is GHB geen populaire drug: een ruime procent van de bevolking heeft er ervaring mee, onder jeugd ligt dit percentage op 0,6. Ook onder uitgaande jongeren is de drug niet bijzonder populair: nog geen vijf procent heeft er ervaring mee. GHB is erg goedkoop, voor minder dan 10 cent per dosis maak je het zelf.

Heroïne – Heroïne is een vergrijzende drug. De blijvende gebruikers zijn reeds bekend in de zorg en er komen onder jongeren nauwelijks nieuwe gebruikers bij. Schoolgaande jeugd gebruikt het niet (slecht 0,8 procent van de ondervraagden).

Alcohol – Drank staat met kop en schouders bovenaan als meest gebruikte drug in Nederland. Ruim driekwart heeft in de laatste maand gedronken en zo’n tien procent kwalificeert als probleemdrinker. 37 procent van de scholieren drinkt. VMBO-leerlingen drinken meer en zwaarder dan vwo’ers. De zorgvraag steeg de afgelopen jaren en is het hoogst onder ouderen.

CC Slider-foto: LancerenoK